Een oudere, gedeeltelijk arbeidsongeschikte buschauffeur wenst bij zijn werkgever, een openbaar vervoersmaatschappij, in aanmerking te komen voor de zogenoemde ouderenregeling, maar wordt geweigerd. Hij is van mening dat er sprake is van verboden onderscheid tussen arbeidsgeschikte en (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte werknemers en stapt naar de kantonrechter. De kantonrechter stelt hem in het gelijk. Er is geen sprake van een objectieve rechtvaardiging voor de weigering van de werkgever om de gedeeltelijk arbeidsongeschikte buschauffeur toe te laten tot in de cao opgenomen ouderenregeling. Er is dus sprake