Een bekend spijkerbroekenmerk krijgt vanuit het hoofdkantoor de opdracht een zogenoemd wereldwijd “incentive” systeem te implementeren en dus ook in Nederland. Na de mededeling van het besluit hiertoe, heeft de ondernemingsraad een beroep gedaan op de nietigheid van het besluit omdat de ondernemer de daartoe vereiste instemming niet heeft gegeven. De ondernemer verzoekt daarop de kantonrechter vervangende toestemming te geven. De kantonrechter wijst het verzoek af omdat niet betoogd is dat de in Nederland gevestigde Benelux organisatie zelf een noodzaak voelt tot aanpassing van de incentive regeling en omdat evenmin