In een onderneming is voor de vorstperiode een bijzondere werktijdregeling vastgesteld. De ondernemingsraad (OR) meent dat hij ten onrechte niet om instemming over deze regeling is gevraagd. Over dit geschil heeft de Bedrijfscommissie voor de overheid op 13 mei 1997 advies uitgebracht. De Bedrijfscommissie oordeelt dat slechts een deel van de werktijdregeling instemmingsplichtig is. Over een ander deel van de regeling komt de OR géén instemmingsrecht toe, omdat dat deel tot het terrein van de cao–onderhandelingen behoort.
Instemmingsrecht over werktijdregeling in vorstperiode
Instemmingsrecht over werktijdregeling in vorstperiode
Feiten
De bestuurder van een gemeentelijk onderdeel heeft de ondernemingsraad (OR)
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.