Aan de centrale ondernemingsraad (COR) is toegezegd dat de vervoersfaciliteiten voor alle NS-ers behouden zullen blijven en niet door de verzelfstandiging van de NS (de ondernemer) worden aangetast. Wanneer blijkt dat de ondernemer van deze toezegging wil afwijken, eist de COR voor de Ondernemingskamer gedeeltelijke intrekking van het besluit. De Ondernemingskamer wijst op 16 oktober 1997 de vordering toe; de ondernemer heeft niet kunnen aantonen dat zich onvoorziene omstandigheden hebben voorgedaan, die afwijking van de gedane toezeggingen rechtvaardigen.