Bij het Janssen Pers-concern heeft P. Janssen indirect alle aandelen in de werkmaatschappijen. Maatregelen om de invloed van Janssen op de bedrijfsvoering terug te dringen, scoren geen effect. Dit leidt tot een juridische strijd, waarbij de zaak uiteindelijk bij de Hoge Raad komt te liggen. In februari 1994 dient de FNV dan een enquêteverzoek in en verzoekt zij de Ondernemingskamer (OK) een aantal voorlopige voorzieningen te treffen. In zijn uitspraak van 17 maart 1994 bepaalt de OK dat de macht van P. Janssen tot aan het oordeel van Hoge Raad moet worden beperkt.
Ondernemingskamer treft voor het eerst voorzieningen
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.