In het kader van een collectief ontslag als gevolg van een reorganisatie, wordt een werknemer met de functie van spinner ontslagen. Aan de ontslagvergunning is als voorwaarde verbonden dat binnen 26 weken niet een andere spinner in dienst zou worden genomen. Wanneer vervolgens blijkt dat er uitzendkrachten ingezet zijn, die het werk van spinner verrichten, vordert de werknemer doorbetaling van achterstallig loon. De Kantonrechter te Emmen stelt de werknemer in een uitspraak van 23 oktober 1996 in het gelijk.