Een ambtenaar wordt bij een gemeente aangesteld met een proeftijd van een jaar. Na afloop van de proeftijd krijgt zij een verlenging van het contract aangeboden van een half jaar, omdat er sprake is van een bezuiniging. Hiermee kan zij zich niet verenigen. Zij vindt dat zij in aanmerking moet komen voor een aanstelling van onbepaalde tijd. Gedurende de beroepsprocedure (en voordat de tijdelijke aanstelling afgelopen is) gaat zij naar een andere werkgever. De Centrale Raad van Beroep (CRvB) oordeelt dat de ambtenaar nog voldoende belang heeft om de procedure voort te zetten, ook al is zij niet meer in
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.