Eind 1997 hervatte een arbeidsongeschikte werknemer op arbeidstherapeutische basis zijn werkzaamheden. Vervolgens overkomt hem een ongeval en volgen er weer perioden van ziek zijn. Sinds eind maart 1998 is hij blijvend arbeidsongeschikt. De arbeidsovereenkomst is via de Kantonrechter op 27 februari 2001 beëindigd. De werknemer stelt dat dit ontslag kennelijk onredelijk is. Hij gaat in hoger beroep bij de Rechtbank te Zutphen en vordert een schadevergoeding. Op 18 april 2002 stelt de Rechtbank hem in het gelijk. De werkgever moet een schadevergoeding betalen van € 21.563,64.