Een werknemer is op staande voet ontslagen, omdat hij zich schuldig gemaakt zou hebben aan discriminatoir gedrag. De Kantonrechter te Utrecht heeft op 5 januari en 14 september 1995 het ontslag op grond van vier getuigenverklaringen geldig geoordeeld. In hoger beroep oordeelt de Rechtbank te Utrecht op 25 juni 1997 dat de opmerkingen die de werknemer heeft gemaakt, niet discriminerend hoeven te zijn, gelet op de context waarin ze gemaakt zijn. Er was dus geen (dringende) reden voor ontslag op staande voet.
Ontslag op staande voet wegens discriminatie in hoger beroep teruggedraaid
Ontslag op staande voet wegens discriminatie
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.