Een uitzendkracht wordt geruime tijd uitgeleend aan hetzelfde bedrijf. De uitlener en de uitzendkracht zijn een concurrentiebeding overeengekomen. Wanneer de uitzendkracht bij een ander bedrijf in dienst wil treden, wordt zij aan het concurrentiebeding gehouden. Hierop start zij een gerechtelijke procedure. De Rechtbank Den Haag oordeelt op 1 februari 1995 dat de Arbeidsvoorzieningenwet van toepassing is. Deze houdt in dat bij het ter beschikking stellen van arbeidskrachten (uitlenen), aan de uitzendkracht geen belemmeringen in de weg mogen worden gelegd om ergens anders in dienst te treden. Een concurrentiebeding heeft geen rechtskracht.
Concurrentiebeding bij het uitlenen niet toegestaan
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.