Een werknemer is voor een periode van zes maanden in dienst gekomen bij een werkgever. Na afloop van deze periode wordt de arbeidsovereenkomst voortgezet. Wanneer de werknemer vervolgens na enkele weken wordt meegedeeld te zijn ontslagen, protesteert hij hiertegen. De Kantonrechter verklaart de werknemer niet ontvankelijk. De Rechtbank komt tot de conclusie dat de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden is beëindigd. Volgens de Hoge Raad in haar arrest van 19 april 1996, heeft de Rechtbank echter het vereiste van de ondubbelzinnigheid van de instemming van de werknemer miskend.
Arbeidsovereenkomst niet beëindigd met wederzijds goedvinden
Arbeidsovereenkomst niet beëindigd met wederzijds
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.