Een overkoepelende stichting wenst twee scholen in het voortgezet onderwijs te laten fuseren. De geleding van ouders en leerlingen van de medezeggenschapsraad van een van de scholen vordert, samen met twee ouders van leerlingen van die school, in kort geding een verbod jegens de stichting tot het uitvoeren van het fusiebesluit. De kantonrechter oordeelt de eisers ontvankelijk in hun vorderingen, maar wijst deze wel af. Het fusiebesluit is namelijk niet in strijd met de wettelijke bepalingen.