Een werkgever ontslaat een werkneemster op staande voet, omdat de werkneemster tijdens de kassawerkzaamheden geld zou hebben achtergehouden. Hiervan is met een beveiligingscamera een video-opname gemaakt. De werkgever vordert vervolgens voor de Kantonrechter ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De werkneemster betwist het frauduleuze handelen. Op 13 september 2002 oordeelt de Rechtbank Rotterdam, sector Kanton dat nu de werkneemster geen enkele verklaring heeft gegeven voor het kassatekort, er tussen de werkgever en de werknemer geen basis van vertrouwen meer bestaat. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, zonder toekenning van een vergoeding.