Nadat de werknemer twee jaar volledig arbeidsongeschikt is, wordt zijn arbeidsrelatie onverminderd slapend voortgezet. In december 2019 verzoekt hij de werkgever om in te stemmen met beëindiging van de arbeidsovereenkomst onder toekenning van de transitievergoeding. De werkgever weigert, maar wordt vervolgens in rechte veroordeeld om alsnog een vergoeding aan de werknemer te voldoen. De werkgever verzoekt het UWV om de vergoeding te compenseren, op de voet van artikel 7:673e van het Burgerlijk Wetboek (de compensatieregeling transitievergoeding). Het verzoek wordt afgewezen. In hoger beroep ligt de vraag voor of de werkgever