Een werknemer krijgt bij schoonmaakwerkzaamheden een ongeval en stelt zowel de werkgever, als het bedrijf waar hij deze werkzaamheden verrichtte, aansprakelijk op grond van artikel 7:658 lid 1 en 4 Burgerlijk Wetboek (BW). In een kortgedingprocedure vordert hij een voorschot op een definitief op te maken schade. Op 1 maart 2002 oordeelt de Voorzieningenrechter te Rotterdam allereerst dat artikel 7:658 lid 4 BW niet van toepassing is, omdat dit artikel vooral te maken heeft met een inleen-/uitleensituatie en dat is hier niet aan de orde. Verder heeft de werknemer zijn schade niet voldoende aannemelijk gemaakt, waardoor de vordering moet worden
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.