Een schoonmaakster verwondt tijdens haar werkzaamheden haar wijsvinger. Als gevolg hiervan vergroeit haar vinger. Ze vordert van haar werkgever een schadevergoeding. De Kantonrechter en de Rechtbank wijzen de vordering af. De Hoge Raad overweegt in zijn arrest van 12 september 2003 onder andere dat artikel 7:658 lid 1 Burgerlijk Wetboek niet een absolute waarborg beoogt te scheppen voor de bescherming van de werknemer tegen het gevaar van arbeidsongevallen. Wanneer de werkgever kan aantonen dat hij alles in het werk heeft gesteld om een arbeidsongeval te voorkomen, kan hij aan zijn aansprakelijkheid ontkomen. De Hoge Raad verwerpt vervolgens het cassatieberoep van
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.