Tot het oordeel dat de ondernemer tot het besluit tot reorganisatie heeft kunnen komen kan in dit geval gelet op de gevolgen slechts dan worden gekomen indien buiten redelijke twijfel is dat de ondernemer niet anders had kunnen handelen dan hij terzake heeft gedaan. Die situatie acht de Ondernemingskamer echter niet aan de orde. Het feit dat de wensen die de ondernemingsraad tijdens het adviestraject meermalen heeft geuit mogelijk als niet reëel zijn te kenschetsen maakt dit niet anders, nu het aan de ondernemer is in voldoende mate aan het gestelde in art. 25
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.