Een werknemer krijgt, voordat hij in dienst is getreden, een hersenbloeding. De werkgever vermoedt dat de werknemer als gevolg hiervan voortdurend of langdurig beperkingen in zijn functioneren zal ondervinden en beëindigt met een beroep op de proeftijd de arbeidsovereenkomst. De werknemer is het hier niet mee eens en doet een beroep op de ontslagbeschermingsbepalingen van de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ). Hij vordert betaling van zijn loon. De Kantonrechter te Almelo acht in zijn vonnis van 13 november 2007 voldoende aannemelijk dat het eerder genoemde vermoeden van de werkgever zo sterk is, dat zij
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.