Als gevolg van de werking van de flexibiliteit en zekerheidsbepalingen kan een ambtenaar aanspraak maken op een aanstelling voor onbepaalde tijd. Zodra het ministerie achter haar fout komt, wordt de laatste aanstelling herzien. Dit betekent dat de aanstelling voor een kortere duur is dan aanvankelijk was besloten. De Centrale Raad van Beroep oordeelt op 4 mei 2006 dat een herziening van een eerder aanstellingsbesluit niet past binnen het gekozen systeem van zekerheid voor de ambtenaar. De handelswijze van het ministerie doet afbreuk aan wat met de regelgeving wordt beoogd. De ambtenaar wordt in het gelijk gesteld.