De werknemer werkt als verkoopmedewerker bij een groothandel. In maart 2020, aan het begin van de corona-epidemie, was de werknemer neusverkouden en bleef daarom thuis. Daarmee handelde hij conform de RIVM-richtlijn. Na weken weigert hij nog steeds te komen werken. Pas op 1 mei 2022 meldt hij zich ziek. De werkgever houdt op een gegeven moment loon in. Na afloop van zijn dienstverband van rechtswege stelt hij een loonvordering in. De kantonrechter wijst zijn vordering deels toe.