De moedermaatschappij verkeert in surseance van betaling; verschillende dochtermaatschappijen zijn inmiddels failliet verklaard. De bonden eisen voor de werknemers van die dochters uitvoering van een eerder overeengekomen sociaal plan. De President van de Rechtbank Zutphen oordeelt echter op 8 september 2000 dat de moedermaatschappij niet verplicht is de kosten die met uitvoering van dit plan gemoeid zijn voor haar rekening te nemen.
Moeder niet aansprakelijk voor kosten sociaal plan dochters
Moeder niet aansprakelijk voor kosten sociaal plan dochters
Feiten
Op 6 juli 2000 is voor de Atag-groep en de daaronder ressorterende werkmaatschappijen uitstel van betaling aangevraagd. Tot bewindvoerder
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.