Een werknemer wordt na twee jaar arbeidsongeschiktheid zonder vergoeding ontslagen. Hij stelt vervolgens een kennelijk onredelijk ontslag procedure in. Hierbij stelt hij dat het van relevant belang is dat de arbeidsongeschiktheid voortkomt uit het bloot gesteld zijn aan chemische stoffen gedurende zijn werkzaamheden voor de werkgever. Op 9 april 2003 oordeelt de Rechtbank Maastricht dat bij het bepalen van de kennelijke onredelijkheid van het gegeven ontslag er inderdaad rekening gehouden moet worden met het door de werknemer beweerde feit dat hij arbeidsongeschikt is geworden, doordat hij blootgesteld is aan chemische stoffen. De Rechtbank laat de werknemer toe hiervan nader bewijs
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.