Aanvang fictieve opzegtermijn WW
Een arbeidsovereenkomst is per 1 oktober 2009 beëindigd door zowel een beëindigingsovereenkomst als een ontbinding. Het UWV weigert vervolgens per 1 oktober 2009 een WW-uitkering te verstrekken, omdat de overeenkomst is ontbonden en een fictieve opzegtermijn van drie maanden geldt. De werknemer bestrijdt dit besluit. De arbeidsovereenkomst is volgens hem niet door ontbinding geëindigd, maar met wederzijds goedvinden. De Centrale Raad van Beroep heeft op 10 augustus 2011 geoordeeld dat de gesloten beëindigingsovereenkomst bepalend is voor de aanvang van de fictieve opzegtermijn.
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.