Een voetballer gaat mondeling een arbeidsovereenkomst aan met een voetbalstichting, maar treedt daarna in dienst bij een andere club. De voetbalstichting vordert een verbod dat de speler bij die andere club gaat voetballen. De speler vindt dat er slechts oriënterende gesprekken zijn gevoerd. Hij meent dat de vordering moet worden afgewezen omdat er geen schriftelijke arbeidsovereenkomst bestaat. Op 22 juli 2003 oordeelt de Voorzieningenrechter te Utrecht dat aangenomen moet worden dat er mondeling een arbeidsovereenkomst is aangegaan. Maar hij wijst de vordering wel af, omdat duidelijk is dat de voetballer bij de andere club gaat spelen.
Mondeling aangegane arbeidsovereenkomst?
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.