Een werknemer heeft tot 1959 bij het asbestverwerkende bedrijf Eternit gewerkt. In 1992 is hij overleden aan de asbestziekte mesothelioom. Zijn erfgenamen hebben Eternit aansprakelijk gesteld voor de door de werknemer geleden schade. De Kantonrechter te Almelo heeft op 11 januari 1996 de vordering op grond van de eisen van redelijkheid en billijkheid toegewezen. Eternit is van dit vonnis in hoger beroep gegaan bij de Rechtbank. Hier verweert hij zich (opnieuw) door te stellen dat de vordering is verjaard. Op 1 april 1998 stelt de Rechtbank de werkgever in het gelijk.