Een werknemer komt met zijn werkgever overeen dat het dienstverband wordt beëindigd. In dit kader verstrekt de werkgever verkeerde informatie over de mogelijkheid van vrijwillige pensioenopbouw door de werknemer. De werknemer vordert alsnog een pensioenregeling of betaling ervan in geld. De Kantonrechter en de Rechtbank zijn van mening dat er weliswaar sprake is van dwaling, maar dat dit voor rekening van de werknemer moet blijven. Op 19 september 2003 vernietigt de Hoge Raad de uitspraak van de Rechtbank, omdat onvoldoende inzicht is gegeven in de gedachtegang die heeft geleid tot de vaststelling dat de dwaling voor rekening van de werknemer
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.