In het managementoverleg van de onderneming is afgesproken dat bezoek aan arts, fysiotherapeut en dergelijke buiten werktijd dient plaats te vinden, tenzij het niet anders kan. De ondernemingsraad (or) meent dat de instructie op basis van deze afspraak een regeling is op het gebied van de werktijdenregeling, dan wel een regeling op het gebied van het ziekteverzuim. De or claimt het instemmingsrecht en roept de nietigheid in. De Bedrijfscommissie voor de overheid meent dat sprake is van een instemmingsplichtige regeling.