Een werknemer heeft op 2 februari 2015 met een werkgever een arbeidsovereenkomst gesloten voor bepaalde tijd. Omdat de arbeidsovereenkomst aansluit op eerdere arbeidsovereenkomsten met de werkgever, heeft de overeenkomst te gelden als een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Er is een zogenoemd pensioenbeding afgesloten. Wanneer de werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt, zegt de werkgever zonder toestemming van de werknemer de overeenkomst op. De werknemer is het hier niet mee eens en start een kort geding voor de kantonrechter te Amsterdam. Hij wordt echter niet in het gelijk gesteld.