Op 6 augustus 1996 deed de Rechtbank Assen uitspraak in een zaak waarbij een werkneemster een half jaar na haar ontslag betaling van overwerk-uren, niet-genoten vakantiedagen en vakantietoeslag vorderde. De Kantonrechter had haar vordering voor het grootste gedeelte afgewezen, omdat de werkneemster haar rechten verwerkt zou hebben door niet eerder de overwerk-uren aan te kaarten. De Rechtbank vond dat er voor rechtsverwerking meer nodig was dan stilzitten en kende de vordering toe.