Een werknemer is tijdens zijn dienstverband arbeidsongeschikt geworden. Nadat re-integratie is mislukt en de arbeidsongeschiktheid meer dan twee jaar heeft geduurd, heeft de werkgever de arbeidsovereenkomst met toestemming van het UWV tegen 1 oktober 2019 opgezegd. De werknemer heeft een aantal vergoedingen ontvangen, maar is hier niet tevreden mee. Hij verzoekt eerst de kantonrechter en in hoger beroep het Gerechtshof hem ook een billijke vergoeding toe te kennen wegens vermeend ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. Beide rechterlijke instanties oordelen dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst niet het