Gedurende de zomer van 1991 werkt een werknemer als vakantiehulp bij een werkgever. Aansluitend verricht hij in het kader van een leerovereenkomst arbeid bij het zelfde bedrijf. Wanneer de leerovereenkomst na enkele maanden eindigt, vordert de werknemer loondoorbetaling, stellende dat hij op grond van een arbeidsovereenkomst heeft gewerkt. Tevergeefs; de Hoge Raad maakte in zijn arrest op 28 juni 1996 uit dat een leerovereenkomst niet automatisch in een arbeidsovereenkomst kan worden omgezet.