Het besluit om het vrijwillig structuurregime af te schaffen, genomen door de buitenlandse moedermaatschappij van een bedrijf, wordt 'doorberekend' aan de Nederlandse dochter. De ondernemingsraad claimt advies en gaat tegen dit besluit in beroep bij de Onderneminsgkamer. Deze oordeelt dat de ondernemingsraad recht van advies heeft over het besluit tot wijziging van de statuten, omdat dit besluit tevens een belangrijke wijziging inhoudt in de verdeling van bevoegdheden in de onderneming. Op 26 januari 1994 bevestigt de Hoge Raad het vonnis van de Ondernemingskamer.
Afschaffen vrijwillig structuurregime adviesplichtig
Afschaffen vrijwillig structuurregime adviesplichtig
Feiten
Heuga Nederland B.V. (verder D van
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.