Een werkneemster is in haar eerste arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd een concurrentiebeding overeengekomen, waarbij was bepaald dat het beding slechts ging gelden wanneer de arbeidsovereenkomst zou worden voortgezet. Na voortzetting in een contract voor onbepaalde tijd stelt de werkneemster dat niet voldaan is aan de schriftelijkheidseis. Op 6 oktober 2005 concludeert de Kantonrechter te Dordrecht dat, nu het concurrentiebeding rechtsgeldig in het eerste contract was overeengekomen en de werkneemster bij het voortzetten heeft verklaard ermee in te stemmen dat dit op dezelfde voorwaarden gebeurt, er sprake is van een geldig overeengekomen concurrentiebeding.