In 1989 heeft een uitzendkracht bij het bedienen van een zogeheten excenterpers zijn linkerwijsvinger verloren. Zijn vordering tot schadevergoeding is zowel door de Rechtbank als door het Gerechtshof afgewezen; de precieze toedracht van het ongeval is namelijk niet vast komen te staan. De Hoge Raad vindt echter dat de toedracht in ieder geval duidt op onveiligheid van de werkplek en vernietigt op 9 juni 1995 het vonnis van het Gerechtshof.
De Hoge Raad en het ongeval met een uitzendkracht
De Hoge Raad en het ongeval met een uitzendkracht
Feiten
In 1989 werkt L. als uitzendkracht bij een machinefabriek. Tijdens het
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.