Wanneer een werkneemster na haar zwanger- en ouderschapsverlof, waarbij zij drie dagen per week werkte, haar werkgeefster om een vast dienstverband voor drie dagen per week vraagt, wordt haar dit geweigerd. De werkgeefster wil met hoogstens vier dagen per week akkoord gaan. De werkneemster verzoekt daarom de Kantonrechter te Rotterdam primair gedeeltelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst, secundair algehele ontbinding, met toekenning van een vergoeding. De Kantonrechter wijst op 22 oktober 1997 het primaire verzoek af, het secundaire verzoek wordt wel toegewezen. De werkneemster komt echter niet in aanmerking voor een vergoeding, omdat de werkgeefster geen verwijt valt te maken.
Kind
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.