Een werkneemster is op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in dienst geweest van een uitzendbureau. Vóór het einde van de bepaalde tijd wordt zij enige weken door het uitzendbureau tijdelijk tewerkgesteld bij een gemeente. Hoewel zij daarna geen werk meer heeft verricht, heeft het uitzendbureau haar het salaris enige tijd doorbetaald en mocht zij de haar ter beschikking gestelde lease-auto behouden. Wanneer het uitzendbureau dit vervolgens stopzet, vordert de werkneemster voor de kantonrechter te Zaandam doorbetaling van haar salaris tot het einde van haar arbeidsovereenkomst. Tevergeefs, op 2 september 2010 stelt de kantonrechter haar in het ongelijk.